Every Girl is a Riot
Radical Re-Decoration & Poetic Vandalism Make My Day Less Grey
dinsdag 24 april 2012
zaterdag 21 april 2012
De grote verhalenboom - Marga peters
Over de grote verhalenboom. (Marga Peters)
De
Baule zijn een volk dat leeft in de beboste savanne in het midden van de
Ivoorkust.
Ivoorkust
is een land in West-Afrika.
De
Baule vertellen s'avonds graag verhalen aan de kinderen in het dorp; ze hebben
nog niet allemaal een televisie, en dan gaan ze naar het dorpsplein om onder de
grote verhalenboom te luisteren naar de verhalen van vroeger.
Er
is altijd wel een opa of een oma of een grootoom of een groottante te vinden
die veel verhalen kent en graag verhalen
vertelt.
Soms
stoken ze een vuurtje en dan zitten ze allemaal lekker in de kring warm in het
donker naar het vuur te kijken terwijl er iemand een spannend of een leuk
verhaal vertelt.
Zo
leren de kinderen de verhalen van hun land en later, als ze zelf een oma of een
opa geworden zijn, vertellen ze die weer
door
aan hun eigen kleinkinderen.
Mensen
sterven, maar hun verhalen gaan nooit dood.
Je
zou kunnen zeggen dat verhalen veel langer leven dan de mensen die ze ooit
vertelden.
Verhalen
zijn dus oud, heel oud, en sterven nooit, behalve als ze niet meer verteld
worden.
Het
volgende verhaal gaat over de duizendpoot en het wordt s'avonds nog altijd
verteld onder de grote verhalenboom van de kinderen van de Baule.
Hoe de duizendpoot aan zijn duizend poten kwam...
In
Het Begin, toen de mensen en de dieren nog maar pas op de aarde waren, en er
nog niet zo uitzagen zoals nu omdat hun lijfjes nog niet helemaal af waren,
kwam de duizendpoot op het idee om voor iedereen voetjes en pootjes te maken.
Dus
zette hij een handeltje op in voetjes en pootjes, bracht ze aan de man, en
verdiende zo zijn boterham.
Op
een keer, toen hij weer eens op zakenreis was, zag hij in de verte iemand aan komen lopen...
Terstond
begon hij luidkeels te roepen: " Voeten & poten te koop ! Prrrrrrachtige voeten & poten te koop .
Twee paar kopen, één paar gratis. Prrrrofiteer nu van de biezondere aanbieding
! "
"
Neen ", zei de voorbijganger, " ik heb heus niets nodig. Ik
heb er onlangs nog maar een paar bij jou gekocht. Ze zitten prima en ze
verslijten niet - ik hoef echt geen nieuwe."
En
hij maakte zich vlug uit de voeten.
De
volgende voorbijganger, die door de duizendpoot werd aangeklampt, had
ook reeds voeten, en zo ook de derde, en de vierde, die voorbij kwam lopen,
kortom, het bleek dat alle mensen en alle dieren reeds voetjes & pootjes
bij de duizendpoot hadden gekocht, en er bleef niemand meer over die nog voeten
of poten nodig had.
Toen
werd de duizendpoot erg boos en riep: "Wat ! Hebben jullie allemaal voeten
? En poten ? Willen jullie dat ik mijn hele voorraad weggooi ? Die mooie,
prrrrrrrrachtige voeten & poten waaraan ik zolang gewerkt heb ?! Nou, dan hou ik ze nog liever allemaal zelf
!"
En
zo komt het dat de duizendpoot vandaag op duizend pootjes loopt.
Marga Peters
uit:
Aura Poku: Mythen, Tiergeschichten und Sagen aus Westafrika; Dr. Dr. Hans
HIMMELHEBER, Eisenach, 1951.
De levensboom - Marga Peters
De
levensboom (Marga Peters)
Bijna
alle volkeren van de aarde geloofden vroeger -en sommigen doen dat nu nog- dat
er in het midden van de aarde een boom stond waaruit alle levende dingen
geboren werden.
De
oude Germanen hier in Europa, de Indianen van Noord-Amerika, de volken uit
Siberië in Azië, de Afrikaanse volken, de mensen uit Indië, de mensen van de
eilanden van de Grote Oceaan...., ze hadden allemaal wel een verhaal over een
levensboom waarvan zij geloofden dat hij het leven op aarde had gebracht.
Die
verhalen zijn allemaal gelijk en toch weer anders: soms is de boom groot, soms
is hij klein.
Soms
is het een eik, of een linde, een es of een olijfboom, een berk of een tulpenboom.
Soms
groeit hij tot in de hemel, soms staat hij op zijn kop en groeien zijn wortels
in de lucht en zijn takken in de aarde (de omgekeerde boom).
Soms
spreekt de boom (de boom van Alexander de grote), en soms maakt hij muziek (de
rinkeltinkelboom).
Maar
de verschillende verhalen over de boom bevatten veel zelfde dingen en die zijn
ongeveer als volgt:
Vroeger,
heel lang geleden, stond er een boom, ergens,
-niemand weet waar precies- , in het midden
van de aarde.
Hij
was altijd groen, altijd in bloei, en in zijn takken zaten de dieren en de
planten van de hele wereld, en ze groeiden er allemaal tegelijk in.
De
Alzaadvogel woonde ook in de levensboom en pikte met zijn grote snavel
voorzichtig de zaadjes op die de dieren en planten van de levensboom lieten
vallen.
Dan
vloog de Alzaadvogel weg, op reis door de hele wereld, om er al die
verschillende zaden te verspreiden.
Zo
werd het zaad van alle levende dingen over de hele aarde rondgebracht.
De
levensboom groeide aan de levensbron, een wonderbaarlijke bron waarvan men
geloofde dat daarin de zieltjes van de ongeboren kinderen sliepen.
Wanneer
het hun tijd was om geboren te worden werden ze door de Vogel naar de mensen
gedragen.
(Herinner
je je dat de mensen vroeger aan hun kinderen vertelden dat de babies door de
ooievaar werden gebracht ?)
De
wind die in de boom ruiste was de stem van de natuurgeesten of de muziek van de
goden, want in die tijd geloofden de mensen nog dat er goden en geesten
bestonden en die woonden natuurlijk allemaal in de buurt van de boom.
(Soms
hingen de mensen, of hangen ze, zoals bijvoorbeeld vandaag nog in Siberië het
geval is, stukjes glas en stenen, of flesjes, in een boom.
Als
het gaat waaien schommelen de grote en kleine flesjes aan de touwtjes aan de
takken door elkaar.
Volgens
een notenschrift dat alleen de wind kan lezen tikken ze nu eens zacht, dan weer
harder tegen elkaar: dit is
de
muziek der sferen, de muziek van de natuur die niet kan lezen en schrijven maar
toch voor zich spreekt en zingt voor wie het horen wil.)
Onder
de levensboom, tussen zijn majestueuze wortels, woonden de lotsvrouwen, die het
leven van elke mens op deze aarde wikken en wegen.
Drie
zussen waren het en ze hadden elk hun eigen taak: de eerste was Spinster, zij
spon de levensdraden van de mens; de tweede was Weefster, zij weefde met de
draad het leven van de mens; de derde was Knipster, zij knipte met haar
vlijmscherpe nagels de levensdraad af.
Alle
drie bepaalden ze het leven van de mens vanaf zijn geboorte tot zijn dood.
---------------------------------------------------
Tot
daar een paar verhalen over de levensboom, zoals ze op aarde ooit zijn gehoord
en doorverteld en opgetekend in de boeken.
De
mensen vroeger geloofden echt in de levensboom, en toch weer niet echt: het was
een SYMBOOL, iets wat niet echt is en waarin je toch gelooft omdat er een kern
van waarheid inzit.
Waarom
hadden de mensen vroeger toch zo'n diep respect voor bomen dat ze er een heilig
symbool van maakten ?
Dat
heeft veel redenen.
Eén
reden dat mensen heilig respect hadden voor bomen is omdat ze zo mooi de
seizoenen weergeven en de jaarlijkse cyclus van de natuur - dat merken we aan de vallende bladeren in de
herfst en aan de terug ontluikende botten in de lente.
Een
boom gaat als het ware nooit dood, ook al ziet hij er helemaal kaal uit.
Een
tweede reden was dat bomen zo mooi de wereld samenvatten: ze zitten in het
onderaardse (met hun wortels), ze bewonen het aardoppervlak (met hun stam en
eerste vertakkingen) en ze reiken tot aan de hemelse hoogten (met hun bovenste
takken en kruin).
Een
andere reden is het verband met het leven en de dieren in het bijzonder:
insecten en kleine dieren wonen tussen de wortels en de takken en dienen als
voedsel voor de vogels die boven in de boom leven.
De
rotte bladeren maken de aarde vruchtbaar.
In
de vruchtbare aarde kan vanalles groeien dat weer tot voedsel dient van andere
levensvormen.
De
boom is een kringloop van leven.
En
je kan er onder schuilen als het regent of wanneer de zon steekt of er zomaar
onder gaan zitten mijmeren -een boom geeft het gevoel van rust en bescherming.
Een
vierde verklaring voor het heilige respect dat mensen hadden voor bomen is dat
bomen de vier elementen van de wereld bij elkaar houden: water (opgezogen
door de wortels), lucht (opgenomen door de bladeren), aarde (waarin de wortels
zitten) en vuur (dat ontstaat bij het wrijven of verhitten van het hout).
(De
eerste mensen hebben waarschijnlijk het vuur ontdekt door het te bewaren uit
brandende bomen na blikseminslag.)
En
tenslotte IS de boom WERKELIJK ook de levensbrenger op deze aarde:
na
de oerknal uit het begin der tijden, toen de elementen langzaam gescheiden
werden en uit het slib van de eerste mini-micro-levensvormpjes plantjes
begonnen te groeien, ontstonden er -na verloop van miljoenen en miljoenen
jaren- de eerste oerbomen.
En
dan pas is het leven zoals we het nu kennen en het ons nu kunnen voorstellen
ook werkelijk begonnen: vogels, reptielen, zoogdieren en ... oermensen, ze
woonden allemaal in en op en rond de vruchtbare boom die voedsel, onderdak en
bescherming gaf.
De
wonderlijke keten van het leven op aarde is pas goed op gang gekomen dankzij de
aanwezigheid van bomen die leven mogelijk maakten (zuurstof, humus), leven
herbergden (dieren) en het leven tot voedsel dienden -leven, dat op zijn beurt
weer gegeten werd door ander leven, zoals planteneters opgegeten werden door
vleeseters.
Zelfs
de mens dankt zijn ontstaan rechtstreeks aan de aanwezigheid van bomen, want
hij is niets anders dan een uit de boom gekomen aap.
Misschien
is dit alles bewaard gebleven in de diepste herinneringen van de mensen en
worden bomen tot op de dag van vandaag door velen, maar helaas niet meer door
iedereen, gerespecteerd.
Omdat
de boom met zijn wortels en zijn takken de wereld omvat werd hij vroeger
Wereldboom genoemd.
Omdat
er ontelbare diersoorten in wonen en omdat hij voor al het leven op aarde zorgt
werd hij Levensboom genoemd.
Daarom
moeten wij ook zorgzaam zijn voor de bomen, want zonder hen was er geen leven
geweest op aarde en leefden wij nu ook niet.
Zonder
bomen is het geen leven meer. Letterlijk dan.
-------------------------------------------------------------
Luister
eens met je ogen toe naar het volgende gedicht en beeldt je in dat je langzaam
een boom wordt:
Boombeschrijving (van Hans Andreus)
Bomen
zijn werkelijk
Hun
bladeren praten werkelijk
met
woorden veelzeggend en letterloos.
Hun
toppen zingen
Hun
stammen zwijgen
hoorbaar.
Hun
wortels houden
van
de aarde.
Bij
een boom
staande
moet ik wel
ademen
als een boom.
Naar
een boom
ziende
zie ik
hemel
en aarde in elkanders
armen.
Want
een boom
een
boom is een bruiloft.
Het verschil tussen mythen, fabels & legendes - Marga Peters
Verschil tussen mythen, fabels en legenden. (Marga Peters)
Mythe:
<middeleeuws
latijn: mythus
<grieks:
muthos
=
gesproken woord
=
verhaal
=
wereldbeschouwelijke overlevering
=
fabel
Mythologie:
<grieks:
muthos (gesproken woord) + logos (gesproken woord)
=
het geheel van de mythen van een bepaald volk
=
het vertellen van mythen
=
de studie van mythen
Fabel
<latijn:
fabula
=
verhaal van een gebeurtenis
=
een verhaal in dichtvorm
<fari
=
spreken door goden, orakels, zieners, dichters
=
bezingen
=
faam
=
een opgesmukt losstaand verhaal over een wonderlijke gebeur- tenis
Legende:
<latijn:
legere, legenda
=
wat (voor)gelezen moet worden
=
voorlezing uit een boek met heiligenlevens
=
voorlezing uit de bijbel
=
verhaal over een heilige of iemand uit de oudheid
=
verhaal van een wonder
=
sage
Sage:
<middelnederlands:
sage, zage
=
zeggen, wat men zegt, verhaalt
=
volksverhaal in de 19° eeuw
Verhaal:
<middelnederlands:
verhalen
=
ophalen, erbij halen
=
verslag geven van iets
=
vertellen
Vertellen:
waarschijnlijk
te maken met vertalen:
<middelnederlands:
vertalen
=
van de ene taal in de andere overbrengen
=
verdedigen
=
zich uitdrukken
Taal:
<middelnederlands:
tale, tael
= wat iemand zegt,
gesprek
=
getal
<oudsaksisch:
tala
=
getal
=
spraak
<oudfries:
tale, tele en <oudengels: talu
=
getal, taal, verhaal
-->
tellen, vertellen
Sprookje
<middelnederlands:
sproke:
=
spreken
=
middelnederlands verhaal in verzen
=
spreuk
=
verzonnen vertelling
Al
deze uitdrukkingen staan taalkundig nauw met elkaar in verband.
Het
draait allemaan rond taal, wat mensen elkaar vertellen (iets dat echt
gebeurd is, hier of ver weg, of verzonnen, of beiden) en hoe (in dichtvorm,
gezongen, of opgesomd (=tellen).
In
het moderne taalgebruik wordt er wel een verschil aangevoeld tussen mythes,
sagen, legenden enz.
Mythes zijn beschouwingen over de wereld van magisch-
religieuze aard.
religie
<latijn:
relegere
=
weer bijeenlezen, opnieuw doorlopen
=
telkens overwegen, weer aan elkaar verbinden
=
nadenken over hoe de dingen in elkaar zitten
religie is een veel
beter woord dan godsdienst omdat er veel geloofssystemen zijn zonder god(en),
of waar er naast de god(en) ook nog andere bovennatuurlijke figuren een even
belangrijke rol spelen: geesten, zielen of voorouders (dit zijn de doden die
onzichtbaar in een andere wereld verder leven) en magische figuren (die toverkracht
hebben);
magie
<grieks:
mageia
= geleerdheid
=
toverij
=
(later) bedrog
tover
<oudnoors:
taufr
<oudengels:
teafor
=
roede, staf
=
(rode) stof
=
zalf
=
tovermiddel
Mythen
zijn magisch-religieuze verhalen waarin een verklaring in verhaalvorm wordt
gegeven over het waarom van de dingen:
waarom
de dingen zijn zoals ze zijn en vaak ook hoe ze ontstaan zijn.
Mythen
geven in verhaalvorm een antwoord op de kapitale levensvragen:
vanwaar
kom ik ? (geboorte)
wat
doe ik hier ? (deelname aan het goddelijk scheppingsritme)
waar
ga ik naartoe ? (dood en reïncarnatie of toegang tot het paradijs)
welke
natuurelementen zijn het belangrijkst en daarom heilig ?
(heilige
plaatsen en heilige dingen)
welke
tijdselementen zijn het belangrijkst en daarom heilig ?
(heilige
momenten in de jaarcyclus en de levenscyclus).
Mythen
gaan weliswaar over fantastische wezens en situaties die nooit in het echt
bestaan hebben, maar bevatten ook een verdichte vorm van waarheid.
Verdicht: zowel in de
betekenis van dichten (verzen maken) als dicht (nauw
aaneensluitend, in elkaar gegroeid).
De
taal van de mythen is een symbolische taal.
Symbool:
<latijn: symbolus
<grieks:
sumbolos
=
afgesproken herkenningsteken
=
voorstelling, beeld, teken
=
zinnebeeld
We
kunnen de symbolen uit de mythe pas begrijpen als we hun betekenissen kennen
die ze hadden in de cultuur van het volk waar de mythe verteld werd.
Vele
mythische symbolen zijn universeel: dit wil zeggen: ze beteken overal
ter wereld ongeveer hetzelfde.
Eén
voorbeeld: de levensboom is overal ter wereld het symbool van de
groeikracht van de natuur.
Uit
de duizenden en duizenden mythen die we kennen van de verschillende volken op
aarde hebben we gekozen voor de mythologie van de oude Germanen en Kelten,
omdat zij onze voorouders zijn (Germanen en Kelten, dat zijn wij, hun
afstammelingen) en omdat wij in de hedendaagse rituelen (zowel van kerkelijke
als van volkse aard) nog steeds de oude symboliek kunnen terugvinden.
Waar zijn de mythen ontstaan ?
Mythen onstonden overal ter wereld in de geesten van de mensen die zeer
nauw verbonden leefden met de natuur.
Dat
verklaart ook waarom er in de moderne industriële stedelijke maatschappijen
bijna geen plaats meer is voor mythen.
(Daar
leeft nog slechts één soort mythe, nl. dat geld gelukkig maakt.)
Waar
en wanneer kwamen er mythen voor ?
Vroeger
overal in Europa, ook bij ons, tot ongeveer in het midden van deze eeuw, totdat
de mens zijn natuurlijk ritme en milieu verliet in ruil voor steden, materiële
vooruitgang en onderwijs voor iedereen.
Mythen
komen nog steeds voor bij niet-westerse volken in alle delen van de wereld die
nog geen deel hebben aan de economische, technologische en wetenschappelijke
vooruitgang.
Vaak
wordt de mythe niet meer begrepen en als irrationeel en primitief afgedaan.
Dat
komt omdat wij de taal van de natuurreligie en de natuur niet meer verstaan.
Vroeger
zag de boer de symbolen uit de mythe bevestigd in zijn akkers.
Vanaf
de jaren '50 veranderde de mens van boer in arbeider, bediende,
bio-industrieel.
De
eeuwenoude natuurreligie en het mythologisch erfgoed verloren hun band met de
hedendaagse werkelijkheid.
De
moderne mens slaagt er niet meer in de evenwijdigheid tussen zijn geest en zijn
stof in het nu te ontwaren, zoals de eenvoudige volksmens dat 50 jaar geleden
wel nog kon.
Dat
is de prijs van onze vooruitgang, en ik vraag mij soms af of de nadelen op lange
termijn niet groter zullen zijn dan de voordelen.
Natuurgevoel kennen wij niet meer.
Om
de oud-germaanse en oud-keltische mythen te begrijpen, en de rituelen die er op
teruggaan, moeten wij ons kunnen inleven wat het betekent om enkel en alleen
door de natuur omringd te zijn en wat het betekent om voor zijn levensonderhoud
volledig afhankelijk van haar te zijn.
s'Avonds
waren er geen tv's, lichten, geluiden.
(Wie
is er ooit al gaan kamperen zonder camping ?)
Men
zat aan de haard (vuur = licht) en vertelde...
Vanaf
de maand november begon het merkbaar kouder te worden.
Flarden
mist trokken over het land (zoals nu maar niet in de veilige omgeving van de
stad of het wegennet).
Tegelijkertijd
werden de dagen korter, het licht bleef weg, en op de donkerste dagen bleef het
de hele dag schemerig.
Zonder
licht zie je geen hand voor je ogen, en kan je dus ook niet werken.
De
natuur stopte met groeien, alles lag stil.
Het
was alsof er een koude donkere mist uit een andere wereld voorbijtrok en alles
voelbaar aanraakte.
De
kilte drong overal door, te samen met de stilte.
Het was alsof de dodenwereld in een mantel van mist op aarde
voorbijtrok.
Soms
staken er plots stormwinden op die alles door elkaar bliezen en als de storm
was gaan liggen kwam weer de stille kilte over het land.
Uit
de mythische overleveringen en rituelen van vroeger kunnen wij opmaken dat de
mensen toen geloofden dat de dodenwereld op aarde voorbijtrok, aangevoerd door
Wodan, de zielenleider en stormgod.
De
tijd zelf stond stil en maakte plaats voor een magische periode waarin de
goden, geesten en zielen s'nachts rondjoelden.
Toch
moet deze magische tijd niet begrepen worden als een periode van volslagen
angst.
Zij
werd ook beschouwd als een steeds terugkerende periode van duisternis
die het licht voorafgaat, zoals de winter de lente
voorafgaat, de nacht de dag en de dood het leven.
(Wie
intens met de natuur samenleeft weet dat de dood het leven voorafgaat.)
Dit
is slechts één voorbeeld van de symboliek die uitgedrukt werd in de mythen en
de rituelen.
Het
was geen holle of valse symboliek want zij vond in de geesten van de mensen
regelrecht aansluiting met de waarneembare werkelijkheid van de hun omringende
natuur.
Wat je nog moet weten wil je de taal van onze mythen begrijpen.
In
de wereldbeschouwing van de Kelten en de Germanen (wij zijn van half-Keltische,
half-Germaanse oorsprong) spelen vier elementen een belangrijke rol:
water
aarde
vuur
lucht.
De
aarde is geschapen door de kracht van deze vier elementen.
Alle
leven komt voort uit het water.
De
voortdurende herschepping van de natuur gebeurt dankzij de goddelijke/magische
drijfkracht van de seizoenen:
winter-aarde
lente-vuur
zomer-lucht
herfst-water.
Bijvoorbeeld:
tot de vorige eeuw werd in Ierland elk kind na de geboorte in een ritueel in
contact gebracht met water, op de grond gelegd, bij het haardvuur
gehouden en overblazen.
De
symboliek van dit ritueel zal je ondertussen nu kunnen begrijpen.
Zelfs
in het kerkelijke doopritueel vinden we de vier elementen terug:
water:
het kind wordt boven de doopvont met water gedoopt;
vuur:
het branden van de doopkaars;
aarde:
(vroeger) het kind in aanraking brengen met de altaar ltaar-
steen;
lucht:
het inblazen van de geest door de priester.
(Vanaf
de 7° eeuw na Xs werden
onze streken gekerstend of verchristelijkt: dit wil zeggen dat de
oude Germaanse en Keltische symboliek en mythen zeer langzaam versmolten
met nieuwe mythen uit het zuiden (de
bijbel en Jezus).
Maar
de oude mythen bleven doorleven in de rituelen en de symbolen van de nieuwe godsdienst,
vaak onder een laagje vernis weggestoken.
Wie
daar doorheen kan kijken begrijpt de essentie van de religie.)
Verder
deelden de Kelten en Germanen hun leefruimte (landschap, natuur) en hun tijd
op magisch-religieuze wijze in vier.
De
vier sacrale (=heilige) elementen van de ruimte waren:
de
boom (levensboom)
de
steen (megalieten)
de
bron (levensbron)
de
grot (het onderaardse hol = Hel, dit was een goede plaats).
De
tijd werd onderverdeeld in vier volgens de zonnebeweging:
de
winterzonnewende (21 december) (koude)
de
lenteëquinox (=dag en nacht gelijk) (21 maart)
de
zomerzonnewende (21 juni) (warmte)
de
herfstequinox (21 september) (vochtigheid).
Daartussen
vielen, telkens 40 dagen later, de vier andere hoogtijden, die
telkens 10 dagen duurden, met daaraan verbonden een windrichting, een kleur en
een element:
het
lichtfeest (1 febr., noorden, aarde, zwart) [later karnaval]
het
lentefeest (1 mei, oosten, vuur, rood) [later Pasen]
het
zomerfeest (1 augustus, zuiden, lucht, wit)
het
dodenfeest (1 nov., westen, water, groen-blauw) [later Allerzielen].
(Herinner
je de definitie van taal en vertellen: niet alleen zich
uitdrukken in woorden maar ook in tellen=getallen.
Vandaar de magische betekenis van de cijfers.)
Deze
jaarindeling werd eeuwenlang voorgesteld (gesymboliseerd) door een achtspakig
wiel (2 x 4) dat de aarde met haar elementen in de ruimte en de tijd
voorstelt.
De
zon werd voortgetrokken door twee paarden of zwanen op een kar met achtspakige
wielen, het zogenaamde zonnerad...
En
wat je zeker ook nog moet weten om de mythen en de rituelen te begrijpen is het
denkbeeld van de snijdende tegendelen.
Alle
leven werd vanouds gezien als een vrucht van samengesmolten tegendelen.
Door
het leven in de natuur wist de mens van toen dat alle materie en alle
verschijnselen zich kenmerken door hun tegendeel:
nacht-dag
winter-zomer
vrouw-man
water-vuur
aarde-hemel
dood-leven...
Vruchtbaarheid,
groei, welzijn... werden gezocht via de optelsom van de tegendelen:
water
en vuur hielden samen de levensloop gaande (daarom zie haast in elk
ritueel naast het wijwater ook de gewijde kaars);
de
aardmoeder verenigd met de zonnegod hielden de natuur met dieren,
planten, mensen draaiende;
periodiek
verging het zijnde (zomer) terug naar het niet-zijnde (winter): een toestand
die als noodzakelijk werd beschouwd voor een nieuwe geboorte (lente) en voor
de eeuwige wederkeer in de levenscyclus (reïncarnatie).
Hier
zie je nog een voorbeeld van de enorme symboolkracht uitgedrukt in het water
van de bron:
de
onderaardse water-moedergodin treedt in contact met de buitenlucht
en het zonnelicht(vuur-god) om leven te geven;
vaak
is er een mannelijke kracht nodig om het water uit de moeder-aarde te doen
opwellen, gesymboliseerd door door een staf of roede (denk aan de drietand van
Neptunus, de staf van Mozes, de staf van Wodan en St.Niklaas...);
uit
deze versmelting van tegengestelde delen ontstaat alle leven op aarde;
de
zielen slapen in de bron voor hun geboorte, en keren erin terug na het
overlijden;
ons
woord fontein draagt nog de betekenis van de snijdende tegendelen:
<fion
= helderwit + <tan = vuur.
Bron
komt van <brennan = branden.
Wel
(een wel is een oude naam voor bron) komt van <wellan = koken.
De
snijdende tegendelen vinden we ook verenigd in de magische figuren:
Wodan
is de god van het leven én de god van de dood, de god van de hemel én de god
van de duisternis...
Hij
is altijd vergezeld van een vrouwelijk tegendeel:
de
lotsvrouwen die het levenslot bepalen, of de moeder-aarde of de vrouwelijke
geesten van het leven of de dood.
Antwerpen komt niet van Hand-werpen.
Iemand
stelde me de vraag of de legende van Sus Antigoon en Lange Wapper juist is.
Het
antwoord is dat de legende een kern van waarheid bevat die echter veel dieper
gaat dan de volkse legende die wij nu nog kennen.
Antwerpen
ligt aan de Schelde, van Scal-dis, de godin Kal of Kali,
in het Keltisch Cailleach, de oude zwarte slangegodin van het eeuwige
leven aan de levensbron onder de aarde, waarvan onze woorden kalle, kol
en toverkol zijn afgeleid.
Kal zit zelfs als
stamwoordje ook vervat in de naam van de Kelten.
De
slang, als teken van de zwarte moeder-aarde Kal, werd gezien als een levensteken: men herkende haar
in de kronkelende rivieren en de ondergrondse wateraders.
Zij
gaf tal van rivieren haar naam, zoals de Schelde.
Haar
gelaat is zwart, van de aarde, en zij leeft verder in de gedaantes van de zwarte
madonna's die vaak door de kerk achteraf in het roze werden overschilderd.
(Denk
aan het kerkelijke vernis van de verchristelijking !
Dit
is ook letterlijk te nemen: vaak blijkt bij restauraties van OLV-beelden achter
het vernislaagje een zwart gezichtje te zitten ! Het raadsel van de
zwarte madonna's is voor jullie geen geheim meer nu.)
Dat
in bronnen (waters, rivieren) ook vissen zwemmen weten we allemaal
(nog).
Verhalen
over heilige vissen vinden we veel terug in de mythen en later ook in de
christelijke legendes.
De
vis was, in vergelijking met de slang, in de Kelto-Germaanse mythologie het
symbool van kennis en wijsheid (zoals de levensbron waar hij in rondzwom.)
Magische
bronbewoners werden dan ook vaak voorgesteld met een vissestaart: de meermannen
en de meerminnen.
Vooral
de zalm heette een heilige vis te zijn en gaf zijn naam aan volgende
rivieren en plaatsen:
de
Somme (< Samona: rivier in Frankrijk)
de
Zwalm (Nederzwalm).
Een
soortgelijke mythe wordt in de Noordse wereld over de vis Andvari
verteld die door de twistgod Loki gevangen werd en dreigde opgegeten te worden
omdat hij vol kennis en wijsheid
zat;
de vis kon zich vrijkopen met zijn gouden ring Andvarinaut, en daar
komt waarschijnlijk de naam Antwerpen werkelijk vandaan.
Sus
Antigoon en Lange Wapper kunnen ook begrepen worden via de mythologie: het zijn
eveneens watergeesten en magische figuren maar zij vechten een strijd uit op
leven en dood, en dit is het
vernislaagje van de christelijke moraal die daarin de overwinning van het goede
(de christelijke god) op het kwade (de heidense goden) verheerlijkte...
Vergeet
niet dat Lange Wapper vroeger vaak vergezeld werd van Kludde, de
watergeest die afgebeeld werd met een ... vissestaart.
En
meteen heb je nu ook een voorbeeld gekregen van het verschil tussen een
legende en een mythe:
dat
Antwerpen van het Hand-Werpen van Sus Antigoon is afgeleid weet heel Antwerpen,
maar het is een legende;
de
mythe is veel wijzer maar doet er het zwijgen toe, want niemand die vandaag de
dag nog gelooft dat vissen heilig zijn, tenzij de Indianen en Greenpeace misschien...
Abonneren op:
Posts (Atom)