dinsdag 20 maart 2012

Reflectie op Hardt

Seminarie 1, inhaaltaak 1


Volgens mij doelt Hardt op de effecten van kritiek. Hij ziet kritiek als een strategie en praktijk binnen de hedendaagse kunstwereld (Postfordisme). Iedereen kan zichzelf de opdracht geven politiek te zijn of dit te voltrekken binnen het handelen. Kritiek is geabsorbeerd in het systeem, hij citeert Kant “Geef maar zoveel kritiek als je wil, maar gehoorzaam” & “Wees maar lekker radicaal, zolang het maar binnen het systeem functioneert”. Maar wat is kritiek dan in het licht van Hardt precies? Kritiek gaat om structuren en exclusies van macht bloot te leggen, fouten op te sporen, autoriteit te bevragen, als techniek om dominante structuren binnen 1 discours vast te pinnen en -volgens Kant- om reden, verstand en oordeel te onderzoeken. Hardt heeft een ambivalente houding tegenover kritiek omdat kritiek er vaak niet in slaagt de machtsstructuren bloot te leggen en indien dat wel lukt, geen alternatieven bied. Daarom legt hij deze ambivalentie uit aan de hand van Foucault's autonomie & autoriteit: iedereen wil autonomie, wil anderen deze autonomie aanleren, maar slaagt daar niet in zonder zelf autoritair te zijn. De Cynici van het oude Griekenland deden het ons reeds voor: ze leefden een leven in armoede en openbaarheid, die vaak een schandaal berokkende (openbaarheid breekt de sociale conventies), ze hadden de moed om tegen de sociale macht te vechten op een expliciete en agressieve manier om zodoende de maatschappij te veranderen. Op die manier creeërden ze een vrijplaats voor kritiek (tegen het zelf, tegen het collectief, omwille van de noodzaak tot verandering). Hardt omschrijft ze als militanten, hun militant leven was een alternatief voor kritiek zelf, maar geen afwijzing ervan. Ongeacht hun openbare agressieve methode werkte dit constructief: het leven (de maatschappij) kon her-bedacht worden. 

[ik verwijs hierbij graag naar het boek 'How Non-Violence Protects the State' van Peter Gelderloos]

Een goed voorbeeld van bewust gekozen sociaal artistieke praktijk zijn de werken van Banksy (streetart) of (dichter bij huis) Victoria de Luxe (sociaal artistieke werking met oa het lopende theaterstuk 'gedroomde Stad'). Banksy geeft 'kritiek' in de vorm van poëtische beelden in de vorm van graffiti, daarbij houd het op. Victoria de Luxe daarentegen bied kritiek én alternatieven in de vorm van denkbeelden. Geen van boven genoemden werken met het schandaal, volgens mij heeft het schandaal trouwens zijn impact verloren.

Ivm de slotvraag:
Misschien eerder bij projecten als waarbij een intellectuele denktank van filosofen, sociologen, etnologen, antropologen, psychologen, psychiaters, politicologen, linguïsten, economen, ecologen, concrete wetenschappers, fysicussen, industriële wetenschappers, ingenieurs en wiskundigen gekoppeld wordt aan een beeldende denktank van architecten, designers, dichters, schrijvers, pedagogen en kunstenaars. Maar ik zie de mogelijkheid om deze interdisciplinaire samenwerking op grote schaal te laten gebeuren niet mogelijk binnen onze kapitalistische maatschappij.


Geen opmerkingen:

Een reactie posten