vrijdag 23 maart 2012

Reflectie op Laermans

Seminarie 2

Reflectie op 'Sociaal -artistiek werk: voor een eindeloze definitiestrijd' -R. Laermans (KUL)


P.27: definitie volgens overheid: laagdrempelig voor 'achtergestelden'=> vanwaar deze discriminerende benaming? Valt hoegenaamd niet toe te passen op het merendeel van de participanten van soc.art. Werk! Soc.art.werk is geen soc.opbouwwerk, geen welzijnswerk!
Problematische definitie want teveel gecategoriseerd door overheidsbeleid (niet beschrijvend maar voorschrijvend, niet descriptie maar performatief ='daad-werkelijk', dus een werkelijkheid creërend, het product vastleggen nog voor het proces erheen uitgezocht werd=summum politieke macht).
Soc.art. Werk = 'nieuwe' cultuurpraktijk (nieuw in die zin dat de naam nieuw is, de praktijk zelf bestaat al sinds Beuys)
=> werd vroeger benaamd als 'geëngageerde kunst' of 'experimenteel opbouwwerk', slaat op hetzelfde...alleen nu binnen nieuwe definitie een overkoepeling van overheid + cultuurwerkers, onderzoekers+academici: gaan opzoek wat alle vormen van soc.art. Werk gemeen hebben met elkaar: oneindige analyse (cfr. Freud speurtocht 'de waarheid van het onbewuste).
If men define situations as real, they are real in their consequences’ -the Thomas principle'
(principe van Reflexiviteit, William Thomas, socioloog 20e eeuw)
=>Financiële overheid dicteert wat bestaat (zie 1 bijlage), maw soc.art. Werk wordt als term in het leven geroepen en heeft daarbij invloed op zowel sociale als artistieke kring
belang van symbolische macht: zodoende kan een 'democratisch' onderscheidt gemaakt worden tss wat interessant is (en financieel ondersteunt wordt) & wat oninteressant is (en genegeerd wordt).
Agendasetters overheidsdepartement bepaalt kwesties, enkel deze worden bediscussieert. Bv interculturele kwesties (zie 2 bijlage).
P.28: Term soc.art.werk zal volgens Laermans zelfde lot als 'soc.cult.werk' krijgen= veel gebruikt voor uiteenlopende manieren. Want meerzinnig begrip (fuzzy concept, probleem van taalverwarring & meerzinnigheid) => lokt op beleidsvlak vaagheid & definitiestrijd uit, is problematisch want verbonden aan geld!Wat met de feitelijke methodiek van het soc.art.werk? = uiteenlopende antwoorden binnen de werkelijkheidsconstructie van de overheid uit, essentiële identiteit bevind zich 'daarbuiten' in 'het echt'.
Performativiteit = realisering, verfeitelijking= creëren realiteit=hypoticeert objectieve omschrijving van soc.art.werk! Enkel constructieproces kan geobjectiveerd worden (product niet), gesloten spriaal! Alleen zelfeflectie ontspringt de dans = kunst!
p.29: Gebrek aan semantische stabiliteit! Wat is kunst?: oordeel wordt sociaal aanvaard als het uit de mond van een curator of expert komt.=>oneindige reflextiviteit +scepsis (problematiek definitie kunst, artistieke: gebrek aan een canon).En dan: verbinding met sociaal: verbindigsstreepje: duidt op autonomie kunstensysteem, kunstenaar, kunstwerk. Wat is sociaal?: onderlinge solidariteit? Betrokkenheid? (wat dan met BV' 'eigen volk'=ook sociaal?) Kunst & sociaal= volstrekt onbepaalde betekenissen. Sociaal=als zodanig te beschouwen, fundeert op morele invulling (dus soc.moreel werk?!)
=> definitiestrijd MOET eindeloos blijven, het woord van de cultuuroverheid mag daar niet in tussenkomen, daarom belang van institutionalisering van zelfreflextie (permanente zelfbevraging) zodoende openheid voor onverwachte situaties en zo een oog ontwikkelen voor wat soc.art.situatie kàn zijn ook al is die van bovenuit niet zo omschreven. Bv soc.art. theater~document humain: appel op beschouwer (interessant vergelijking met ethische/esthetische bevinding (we naar naar de armen kijken) VS massamedia (programma's alla 'rekening in het rood' -exotisme!). Hoogculturele praktijk schenkt aandacht voor het leven in de marge (is dit wel zo?)
p.30=> Ongelijke verhouding tss soc.artwerker & soc.art.participant = op wat is deze verhouding gebaseerd? Macht van hogerop=Wederom performatief voorschrift (maar: anti-autoritair) Stem via de kunst: geleende & vervormde stem: is eigenlijk het medium dat spreekt (cfr de kunst) dus symbolische macht! Is dit in het voordeel van de participant of de kunst?
p.31 Soc art; werk heeft nood aan voorbeeldpraktijken (<=> kunstcanon zorgt voor zelfreflectie)
kwaliteitsnorm onderzoek adhv casussen, NIET definitie/methodevraag. Zo dichter bij kunstwereld, weg van pedagogie, meer nog: brengt kunstpubliek dichter bij sociale wereld (kloof -artistieke-hedendaagse kunst VS -sociale-alledaagse wereld)

Vraag naar peers toe:

1.Waarom zouden we voorwaarden omschrijven die sociaalartistiek werk onderscheiden van kunstwerk? Is dit noodzakelijk? Waar houd het sociale op en begint het artistieke, zie je hier een overgangslijn?

Extra vragen (optioneel)
1.Mag ons van bovenaf gedicteerd worden wat genegeerd moet worden en wat niet, ookal heeft dit veelal met subsidie te maken? En mag ons van bovenaf worden opgelegd wat de definitie van een artistieke praktijk moet zijn? Is dit een waarheidsconstructie zoals Laermans betoogt?
2.Is het gebruikte medium binnen sociaalartistiek werk een middel (tool/medium) om tot identiteitsvorming te komen voor degene die het leent? Of is het eerder een middel dat ten goede komt aan het gebruikte artistieke discours?

Geen opmerkingen:

Een reactie posten