Reflectie op 'Sociaal -artistiek werk: voor een eindeloze definitiestrijd' -R. Laermans (KUL)
P.27:
definitie volgens overheid: laagdrempelig voor 'achtergestelden'=>
vanwaar deze discriminerende benaming? Valt hoegenaamd niet toe te
passen op het merendeel van de participanten van soc.art. Werk!
Soc.art.werk is geen soc.opbouwwerk, geen welzijnswerk!
Problematische
definitie want teveel gecategoriseerd door overheidsbeleid (niet
beschrijvend maar voorschrijvend, niet descriptie maar
performatief ='daad-werkelijk', dus een werkelijkheid creërend, het
product vastleggen nog voor het proces erheen uitgezocht werd=summum
politieke macht).
Soc.art.
Werk = 'nieuwe' cultuurpraktijk (nieuw in die zin dat de naam nieuw
is, de praktijk zelf bestaat al sinds Beuys)
=>
werd vroeger benaamd als 'geëngageerde kunst' of 'experimenteel
opbouwwerk', slaat op hetzelfde...alleen nu binnen nieuwe definitie
een overkoepeling van overheid + cultuurwerkers,
onderzoekers+academici: gaan opzoek wat alle vormen van soc.art.
Werk gemeen hebben met elkaar: oneindige analyse (cfr. Freud
speurtocht 'de waarheid van het onbewuste).
If
men define situations as real, they are real in their consequences’
-‘the Thomas principle'
(principe van
Reflexiviteit, William Thomas, socioloog 20e eeuw)
=>Financiële
overheid dicteert wat bestaat (zie 1 bijlage), maw soc.art. Werk
wordt als term in het leven geroepen en heeft daarbij invloed op
zowel sociale als artistieke kring
belang van
symbolische macht: zodoende kan een 'democratisch' onderscheidt
gemaakt worden tss wat interessant is (en financieel ondersteunt
wordt) & wat oninteressant is (en genegeerd wordt).
Agendasetters
overheidsdepartement bepaalt kwesties, enkel deze worden
bediscussieert. Bv interculturele kwesties (zie 2 bijlage).
P.28:
Term soc.art.werk zal volgens
Laermans zelfde lot als 'soc.cult.werk' krijgen= veel gebruikt voor
uiteenlopende manieren. Want meerzinnig begrip (fuzzy concept, probleem
van taalverwarring & meerzinnigheid) => lokt op beleidsvlak
vaagheid & definitiestrijd uit, is problematisch want verbonden
aan geld!Wat met de feitelijke methodiek van het soc.art.werk? =
uiteenlopende antwoorden binnen de werkelijkheidsconstructie van de
overheid uit, essentiële identiteit bevind zich 'daarbuiten' in 'het
echt'.
Performativiteit
= realisering, verfeitelijking= creëren realiteit=hypoticeert
objectieve omschrijving van soc.art.werk! Enkel constructieproces kan
geobjectiveerd worden (product niet), gesloten spriaal! Alleen
zelfeflectie ontspringt de dans = kunst!
p.29:
Gebrek aan semantische stabiliteit!
Wat is kunst?: oordeel wordt sociaal aanvaard als het uit de mond van
een curator of expert komt.=>oneindige reflextiviteit +scepsis
(problematiek definitie kunst, artistieke: gebrek aan een canon).En
dan: verbinding met sociaal: verbindigsstreepje: duidt op autonomie
kunstensysteem, kunstenaar, kunstwerk. Wat is sociaal?: onderlinge
solidariteit? Betrokkenheid? (wat dan met BV' 'eigen volk'=ook
sociaal?) Kunst & sociaal= volstrekt onbepaalde betekenissen.
Sociaal=als zodanig te beschouwen, fundeert op morele invulling (dus
soc.moreel werk?!)
=>
definitiestrijd MOET eindeloos blijven, het woord van de
cultuuroverheid mag daar niet in tussenkomen, daarom belang van
institutionalisering van zelfreflextie (permanente zelfbevraging)
zodoende openheid voor onverwachte situaties en zo een oog
ontwikkelen voor wat soc.art.situatie kàn zijn ook al is die van
bovenuit niet zo omschreven. Bv soc.art. theater~document humain:
appel op beschouwer (interessant vergelijking met
ethische/esthetische bevinding (we naar naar de armen kijken) VS
massamedia (programma's alla 'rekening in het rood'
-exotisme!). Hoogculturele praktijk schenkt aandacht voor het leven in
de marge (is dit wel zo?)
p.30=>
Ongelijke verhouding tss soc.artwerker & soc.art.participant = op
wat is deze verhouding gebaseerd? Macht van hogerop=Wederom
performatief voorschrift (maar: anti-autoritair) Stem via de kunst:
geleende & vervormde stem: is eigenlijk het medium dat spreekt
(cfr de kunst) dus symbolische macht! Is dit in het voordeel van de
participant of de kunst?
p.31
Soc art; werk heeft nood aan
voorbeeldpraktijken (<=> kunstcanon zorgt voor zelfreflectie)
kwaliteitsnorm
onderzoek adhv casussen, NIET definitie/methodevraag. Zo dichter bij
kunstwereld, weg van pedagogie, meer nog: brengt kunstpubliek dichter
bij sociale wereld (kloof -artistieke-hedendaagse kunst VS
-sociale-alledaagse wereld)
Vraag naar peers toe:
1.Waarom
zouden we voorwaarden omschrijven die sociaalartistiek werk
onderscheiden van kunstwerk? Is dit noodzakelijk? Waar houd het
sociale op en begint het artistieke, zie je hier een overgangslijn?
Extra vragen (optioneel)
Extra vragen (optioneel)
1.Mag
ons van bovenaf gedicteerd worden wat genegeerd moet worden en wat
niet, ookal heeft dit veelal met subsidie te maken? En mag ons van
bovenaf worden opgelegd wat de definitie van een artistieke praktijk
moet zijn? Is dit een waarheidsconstructie zoals Laermans betoogt?
2.Is
het gebruikte medium binnen sociaalartistiek werk een middel
(tool/medium) om tot identiteitsvorming te komen voor degene die het
leent? Of is het eerder een middel dat ten goede komt aan het
gebruikte artistieke discours?
Geen opmerkingen:
Een reactie posten